Leerjaar 6

In groep 6 hoor je voor het eerst echt bij de bovenbouw. De middenbouw ligt achter je en het einde van de basisschool komt steeds meer in beeld. De school gaat je vanaf nu al een beetje voorbereiden op het voortgezet onderwijs. We gebruiken de basisvaardigheden die je hebt opgedaan in de eerste vijf leerjaren om nieuwe dingen te leren die je de rest van je leven nodig gaat hebben.

 

De belangrijkste vakken in groep 6 zijn begrijpend lezen, rekenen en taal in al zijn facetten. Dat wil overigens niet zeggen dat de rest van de vakken niet belangrijk zijn. Deze vakken ondersteunen namelijk die drie hoofdvakken. Kennis van bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en techniek helpen je te begrijpen wat je leest bij de andere vakken. Technisch lezen doet precies datzelfde, want hoe vaardiger je bent, hoe makkelijker je begrijpt wat je leest.

 

In groep 6 werken we aanvullend met Snappet. De leerkracht zet lessen klaar die van belang zijn. Snappet houdt (samen met de leerkracht) voor je bij hoe goed je het al begrijpt en past het niveau van jouw werk aan als dat goed voor je is. Met Snappet werk je dus altijd op je eigen niveau! 

 

Maar er zijn nog veel meer leuke dingen om naar uit te kijken… Wat dacht je bijvoorbeeld van zwemles onder schooltijd? Of op een écht instrument muziek leren spelen? Ook gaan we onze eigen tuin bijhouden en krijgen we techniekonderwijs. 

 

Tot slot zijn er natuurlijk ook in groep 6 diverse projecten die jullie gaan doen. Via Teams kun je dan ook thuis met je groepje samenwerken, om zo tot een mooi eindresultaat te kunnen komen. Dit moet allemaal leiden tot het behalen van (onder andere) de volgende doelen:

 

  • Je kunt woordsoorten benoemen als zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels en natuurlijk werkwoorden;
  • Je kunt op drie verschillende manieren in zinnen de persoonsvorm vinden;
  • Je kunt in een zin het onderwerp en het lijdend voorwerp vinden;
  • Je kunt onregelmatige werkwoorden correct gebruiken;
  • Je kunt sterke werkwoorden correct gebruiken in tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid verleden tijd;
  • Je kunt rekenen met getallen tot 100.000;
  • Je kunt de standaardmaten voor lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht en tijd naar elkaar omrekenen;
  • Je kunt verhoudingen in tabellen, staafdiagrammen en cirkeldiagrammen benoemen en aflezen;
  • Je kunt rekenen met breuken als deel van een geheel;
  • Je kunt rekenen met samengestelde grootheden zoals prijs per uur, prijs per m2 en prijs per liter.

 

Je ziet het; Groep 6 is geen moment saai en er is veel te leren!